Voor veel mensen gaat er niets boven de prachtige uitstraling van een houten vloer. Deze vloeren geven je huis enorm veel sfeer en zijn bovendien in talloze kleuren en patronen verkrijgbaar. Maar wanneer werden huizen voor het eerst met houten vloeren aangekleed? En hoe is deze trend door de jaren heen ontwikkeld? Je leest het hier.
De eerste houten vloer
Aan het begin van de zeventiende eeuw kwamen houten vloeren voor het eerst tevoorschijn. In de meeste huishoudens betekende dit dat de natuurlijke grond bedekt werd met onbehandelde planken hout, maar in de paleizen ging het er anders aan toe. Rond 1625 werd er volop geëxperimenteerd met houten vloeren. Zo waren er parketmakers die gedetailleerde patronen maakten door kleine stukjes hout met elkaar te verbinden. Dat kostte een flinke duit, want deze weelderige vloeren werden helemaal met de hand gezaagd, geschuurd, gelijmd en gelakt. Dit betekende het begin van de houten vloeren die onze huizen vandaag de dag sieren.
Houten vloeren in ieder huishouden
Het leggen van een houten vloer was lange tijd onbetaalbaar voor de gemiddelde mens, maar daar kwam langzaam maar zeker verandering in. In de negentiende eeuw konden niet alleen koningen en keizers, maar ook rijkere burgers hun huizen aankleden met houten vloeren. Dat had alles te maken met de industriële revolutie. Hierdoor konden deze vloeren op grote schaal gemaakt worden in een fabriek. Het leggen van een parketvloer kostte nog altijd veel geld door de arbeidskosten, waardoor de meeste huishoudens gewoon losse planken op de grond hadden liggen.
Creatieve fabrikanten ontwikkelden een speciaal product, namelijk het houten tapijt. Hierbij werden flinterdunne planken aan een groot stuk canvas bevestigd. Hierdoor kon je de houten vloer gewoon uitrollen en vastmaken met lijm. Nog even schuren en een laklaag aanbrengen en de vloer was af. Het nadeel van deze vloeren was dat ze enorm kraakten en ook erg kwetsbaar waren. Er ontstonden al snel scheuren en gaten, doordat het hout zo dun was. Een houten vloer was dan wel betaalbaar, maar zeker niet van de beste kwaliteit.
Houten vloeren in de twintigste eeuw
Pas in de twintigste eeuw ontwikkelden fabrikanten parketvloeren zoals we ze nu kennen. Dankzij een handig tand en groef systeem konden de losse planken in elkaar geklikt worden, waardoor deze vloeren een stuk makkelijker konden worden gelegd. Goedkoper werkkrachten zorgden ervoor dat de vloeren geschuurd, gelakt en netjes afgewerkt werden. Hierdoor was de parketvloer de populairste keuze aan het begin van de twintigste eeuw, totdat er concurrentie kwam.
Rond 1920 werden er namelijk andere vloeren ontwikkeld, zoals linoleum- en kurkvloeren. Deze waren nog goedkoper, nog makkelijker te installeren en ook makkelijker om te onderhouden. Na de Tweede Wereldoorlog werd vloertapijt ook betaalbaar voor veel huishoudens. Fabrikanten moesten dus alles op alles zetten om hun houten vloeren zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Lagere prijzen, meer kleuropties en een speciale waslaag voor makkelijker onderhoud moesten het verschil maken. Hierdoor werden houten vloeren in de jaren tachtig weer populairder.
Moderne houten vloeren
Doordat fabrikanten hun technieken in de vorige eeuw hebben verbeterd, zijn ze nu in staat om gladde en duurzame houten vloeren te maken die jarenlang mooi blijven. De vloeren zijn ook steeds beter schoon te maken, doordat het hout behandeld wordt tegen waterschade en vuil. Toch blijft hout kwetsbaar, waardoor sommige huishoudens liever voor een makkelijk te onderhouden vloer kiezen. Zo zijn gietbeton en pvc twee geliefde opties op dit moment. Dat betekent niet dat je de houtlook op hoeft te geven, want de PVC van Kwantumn lijken net van echt hout te zijn gemaakt.
Ondanks deze nieuwe trends blijven echte houten vloeren nog altijd een populair statement in huis. Veel huiseigenaren kunnen namelijk niet zonder de klassieke en stijlvolle look die een houten vloer met zich meebrengt. Of je nu voor een simpele parketvloer gaat of een hippe visgraatvloer aan laat leggen: het ziet er altijd mooi uit.